Inhoud voedingslijn

Voeding Testen en Balanceren
Het eerste waar wij aan werken binnen de 10daagse voedingslijn, is de verhoging van de fysieke en mentale weerstand, de algehele belastbaarheid. In zijn algemeenheid wordt er gewerkt met het educatieve model, waarbij er tijdens de anamnese veel aandacht wordt besteed aan het hoe, wanneer en waarom van de klachten. Ook belichten we of er mogelijk een voordeel aan de klachten zit? (naast de nadelen). Na de anamnese werken we in principe eerst aan de algehele belastbaarheid. Het werken met allergieen of nosodes wordt uitgesteld naar de 2 sessie.  
 
In het protocol van voeding 1 (algehele belastbaarheid) worden eerst allerlei systemen geopend en getest op al dan niet aanwezige stress. Zo worden er 14 spieren getest, maar ook: de cloacals, chakra’s, halskuiltje, CV 22 i.v.m. oerangsten, kaken in relatie tot het spijsverteringsstelsel, de kleppen van Bauhien en Houston en de Riddler punten. Al de uitslagen van deze testen worden geïnventariseerd. Hierna wordt gewerkt met de overkoepelende emotie en een aantal specifieke emoties die gerelateerd zijn aan voeding / vertering / belangrijke systemen. Na de hoofdcorrectie met de emotie worden alle onbalansen gecheckt, in de regel komt alles mee. Zo niet, dan worden alle systemen die nog in onbalans zijn individueel versterkt. Door deze brede aanpak krijgen we een goed beeld van de algehele conditie van de client en krijgt de client een mooi handvat en inzicht(en) die gekoppeld zijn aan de weerstand. Met dit gegeven kan iemand dan weer zelf aan de slag. Eventuele suplementen worden geadviseerd. 
 
Het werken met nosodes volgt in de tweede voedingscursus(2 dagen). Virussen en vaccinaties vallen hier ook onder. Als we kijken of iemand ergens een intolerantie voor heeft of een allergie, dan gaan we er vanuit dat dit getest kan worden middels diverse kinesiologische spiertesten. Er zijn vele manieren om te kijken of iemand wel of niet tegen een bepaalde stof of buisje kan. Bij de 2e cursus uit de voedingslijn wordt gewerkt aan het optimaliseren van de thymusenergie in relatie tot de nosode, bij voeding 2 worden hiervoor onder andere gebruikt: reversal, specifiek reversal, cloaca, technieken uit de structuur (14 of 42 spieren, kaken en spijsvertering,  kleppen van de darmen), voeding (modes allergie / vitamine / mineralen, riddler, 5 elementen balans op nosode, correcties van jimmy scott, en terug in de tijd) en emotie (lan hoofd punten, CV22, relevante emotie en terug in de tijd), chakra’s en de andere modes indien nodig. Op het moment dat de thymusenergie op 40/40 zit en de more mode geen indicatorverandering meer aangeeft gaan we er van uit dat er voldoende gedaan is voor het moment. Vaak wordt dan nog wel een vermijdingstijd uitgetest die vaak minimaal 25 u beslaat.  
 
Bij voeding 3 (2 dagen) worden de pijlen meer gericht op eliminatie van de nosode en een soort reprogrammering van het lichaam. Zo wordt er gewerkt met het vrijmaken van de blokkades op de blaasmeridiaan, het schoonmaken van de verantwoordelijke meridiaan, het releasen van de overkoepelende emotie, evt. gewerkt met riddler, modes, chakra’s, immuunsysteem, amygdala, tijdklok en indien nodig gaan we terug in de tijd. Er wordt net als bij de NAET afgesloten met masseren van acupressuurpunten, alleen gebruiken we in dit procol vele punten van de chakra’s. Aan het eind wordt ook hier de eliminatietijd getest. In de praktijk wordt er in de regel eerst met algehele belastbaarheid gewerkt, daarna voeding 2 of 3 (dat is een keuze, ook afhankelijk van iemands eigen voorkeur), en later de TAT voor allerlei combinaties met systemen.
 
TAT (Transformerende Allergie Technieken): (3 dagen ) In de TAT, een verdiepingscursus wordt al het geleerde geïntegreerd in systemen. Er is een indeling gemaakt in ademhalingssysteem, spijsverteringssysteem, bewegingssysteem, zenuwsysteem, en nog veel meer.... Voor al deze systemen zijn testsets ontwikkeld in dezelfde volgorde als de cursus. Bij ieder systeem is een protocol uitgewerkt met suggesties voor de balans. Reeds in deze cursus wordt gewerkt naar het zelf bedenken van protocollen. Drie dagen intensief bezig zijn met elkaar, met voeding, vitamines, mineralen en, indien gewenst en/of nodig, ziektebeelden. Het dieper ingaan op allergien die moeilijker te behandelen zijn. Voorbeelden zijn melk / lactose in de diepte, door te werken met spijsverteringssysteem of juist met het ademhalingssysteem; pollen in groepen evt in combi met ademhalingssysteem. 
 
Masterclass TAT (1 dag) Voor mensen die de gehele cyclus hebben gevolgd en verder willen verkennen en specialiseren is er de masterclass. In de TAT zijn reeds opdrachten gegeven, voor het zelf ontwikkelen van protocollen. Deze zullen op die dag geevalueerd worden. Deze dag kan ook gezien worden als een update voor de voeding. Het doel is elkaar op de hoogte houden van nieuwe ontwikkelingen of extra mogelijkheden voor het testen en/of corrigeren. De Masterclass is alleen toegankelijk voor de mensen, die het gehele circuit doorlopen hebben. Inmiddels wordt op deze dag de amygdala gegeven en de achtergrond van kruisallergieen.